Italië

 

ITALIË

De Voorkant, De Achterkant & De Andere Kant

 

 

 

Voor&Achter

 

Stoelriemen vast. Dat krijg je ervan als je zo nodig een blik achter de voorkant wilt. Eigen schuld, dikke bult.
Voorkant 1: Zo’n eethuis van het allerechtste soort. Voorkant 2: Een agriturismo als een droom. De Achterkant van allebei: een nachtmerrie. Dezelfde weliswaar, maar toch.

We kwamen erachter dat de uitbater van het restaurant zijn zaak had willen sluiten, nadat die grondig was verbouwd. Maar niet door hemzelf, door iemand die geld van hem wilde. En waarom? Daarom.
De dader? De buurman van degene die die prachtige agriturismo drijft. We zitten er op het terras en genieten vanonder de illegale dakconstructie van het uitzicht.
‘Ook mij vroeg hij geld’, zo bekende de agri-man. ‘Ruim duizend euro per maand’. En waarom? Daarom. Los van de georganiseerde misdaad is er nog het privé-initiatief.
Maar ook de agri-man weigerde te betalen. Toen begon het. Zijn olijfbomen werden omgezaagd, zijn wijngaard ontworteld. Voor hun veiligheid evacueerde de agri-man zijn vrouw en kinderen naar een schuiladres, ver weg. Een half jaar lang. De schade liep ondertussen op tot het vijftigvoudige van het gevraagde maandbedrag, totdat de prooi tegen zijn afperser zei: ‘Akkoord’.
Het restaurant is intussen weer in vol bedrijf, maar de wilde sla en groenten uit het veld worden er niet meer geserveerd. Te gevaarlijk. Er wordt teveel met gif gespoten.
En er was meer: we leerden dat de restaurateur zijn kleine meid uitdrukkelijk had vernoemd naar de dochter van Mussolini. En daarvan kregen we een acute ganzenhuid, de Italiaanse variant van kippenvel. Trouwens, ook de agri-man bleek op zijn beurt nogal nostalgisch inzake Benito M.

 

 

Musso.S

 

Nou ja, dan maar een tochtje maken, om wat lucht te krijgen. We reden door onafzienbare olijfboomwouden naar een eettentje aan zee. De olijfolie werd er geserveerd in een zakje, afkomstig van een bedrijf uit Milaan, negenhonderd kilometer verderop. Inhoud: een ‘oliemengsel uit diverse landen van de Europese Unie’.

Vooruit, we verkassen naar de andere kant van de Italiaanse laars, over wegen vol met gaten. Zien alwéér een auto met lekke band.
De plaats van bestemming: een klein dorpje aan de rand van een natuurpark, ergens in het niks. Wat blijkt? ’s Nachts ontstaan er hele afvalbergen, ook zomaar in het niks. Uit de grote stad? Om het er daar wat schoner uit te laten zien? Mysterie.
Dat geldt niet voor de branden in de streek. Hoe deden ze het? Men neme per vuurhaard: een kat. Men grijpe: zijn staart. Doopt die in benzine. Aansteker erbij, loslaten, klaar.
Wie kan zoiets doen? In het dorpje was het een publiek geheim. De daders waren werknemers van het park. En waarom? Om hun eigen park te blussen. In overuren. Die betalen beter.
Trouwens, over betalen gesproken, de man die het vertelt maakt er geen geheim van zelf aan ‘sana evasione‘ te doen, ‘gezonde (belasting)ontduiking’. Gedeeltelijke dus. Hiermee wil hij zich onderscheiden van het populaire streven naar ‘evasione totale‘.

Amsterdam. De ‘Giro‘, de Ronde van Italië gaat er van start. Zoiets als een klompendans in het Colosseum. In de televisiestudio schuiven de Hollanders aan. Stuk voor stuk hebben ze één ding gemeen: ze zijn lyrisch. Over Italië. Hoe kan dat? Kennen ze dan alleen de voorkant?
Zeker, deels dat. Maar laten we weer eens bij het begin beginnen, bij wijze van revisie.
De agri-man. Klein, maar fijn, en met een oogopslag die iedereen (m/v) doet smelten. Wat deed hij eigenlijk toen hij inging op het ‘voorstel’ van zijn buurman? Hij kopieerde alle bankbiljetten en verstopte een opname-apparaat onder zijn kleren toen hij uiteindelijk ging betalen. De afperser werd gepakt.
En de restaurateur? De inwoners uit zijn dorpje hielpen hem de zaak weer op te knappen, zodat hij weer open kon. In een grote moestuin kweekt hij nu stekjes van de wilde sla- en groentesoorten om ze te redden van de ondergang. Hij zet zich in voor ‘écht eten’ en geeft les aan schoolkinderen onder het motto ‘Naast het mobieltje is er… de tomaat’. Hij steunt de plaatselijke kansarme jeugd en leert mensen in Afrika hoe ze het beste kunnen halen uit hun inheemse ingrediënten.
Nog zo wat: de gatenkazen die wegen moesten voorstellen lagen doorgaans wél in een feestelijk decor.

 

 

canestrato.M
En dan de echte kaas…

 

 


Ook dat eettentje aan zee lag prachtig. En het echtpaar dat onthulde hoe ze bij hen een brand aansteken, dat is een stel om in te lijsten. De branden zelf zijn trouwens verleden tijd. Voorlopig. Het geld voor overuren is op.
Een weekje Italië. Er was meer, véél meer. Teveel om op te noemen, zoals gewoonlijk. Zeker was dat onze eigen ‘Giro‘ een einde vond in De Eeuwige Stad. Een begaafde Italiaan keek me er aan, met iets van jaloezie. Hij zuchtte, en zei: ‘Ik zou wel willen dat ik ook een buitenlander was. Dan zou ik me er niet zo (…) over opwinden’.
Toch was er geen twijfel mogelijk: hij hield en hij houdt van zijn land. Italië is verwarrend. Een land om van te houden en te ‘haten’. Om de beurt, of tegelijk.

 

 

 

Cetara.M

 

 

*

© 2010 Joost Overhoff

P.S.

Zie inzake de hedendaagse Mussolini-nostalgie:

MUSSOLINI LEEFT NOG
(A.D. 2015)