Karolingische muziek

Luisteren naar een (gerestaureerd) mozaïek

Het voordeel van het nadeel: fietsend van Italië naar Nederland, schuilden we dit voorjaar voor de regen. En waar? In Worms. De hemel daalde neer, dus we stonden daar en konden niet anders. Niet ver van de plek waar in 1521 Maarten Luther in enkelvoud hetzelfde zei. Althans, misschien.

Hier sta ik

Vlak vóór ons, zeker, een poster waarop een concert werd aangekondigd onder de titel ‘Frankische Fantomen’. Tja, wat kan je beter doen in een Karolingisch bolwerk als Worms? We gingen en waren verkocht.

Als eerste verschijnt ten tonele de sympathieke Duitser Norbert Rodenkirchen. Hij maakt de indruk zijn stenen bierkruik even in de pastorie te hebben geparkeerd, speciaal om voor ons Karolingische klanken uit zijn fluiten te toveren. En hoe klinken, klonken die klanken? Deels weten we dat niet. Het is de Amerikaan Benjamin Bagby, leider van de groep Sequentia, die er samen met anderen voor heeft gezorgd dat we daarvan althans een idee kunnen krijgen. Ruim duizend jaar na dato.
Wat we horen is in feite een muzikaal mozaïek, waarvan de ontbrekende stukjes door Bagby en wetenschappers zijn ingelegd. Niet zomaar, maar met een indrukwekkende bagage aan kennis van de muziek van die tijd. Misschien kan je er beter van spreken dat het bekende en het ontbrekende tot een geheel is geweven, want fragmentarisch klinkt het niet. Integendeel.
Sommige stukken zijn wel min of meer onbeschadigd tot ons gekomen, maar de instrumenten niet. Ook die moesten opnieuw gestalte krijgen. Bagby bespeelt een liervormige harp, die met één hand wordt vastgehouden. Rodenkirchen heeft op zijn beurt een reconstructie laten maken van een 10e eeuwse citole, een voorloper van de kithara, waarvan ons woord gitaar is afgeleid.
Het resultaat van dit alles klinkt ronduit overtuigend, met teksten in het Latijn, Oudhoogduits en Oudfrans. Bagby zingt geweldig. Alleen, of samen met de derde man van de groep, Wolodymyr Smishkewych. Een Keulse Duitser, een Amerikaan van Germaans-Deens-Engelse afkomst en een Spaans-Oekraïener, die verscheidenheid samengesmeed tot een eenheid. Toepasselijker kan het niet, terwijl ze putten uit de Karolingische bron. Het was immers Karel de Grote die het grootste deel van Europa wist te verenigen.

Het programma dat dit jaar in Utrecht ten gehore werd gebracht, tijdens het Festival Oude Muziek, droeg de titel ‘Karel de Grote, Keizer en Heilige’. Het waren twee hoedanigheden die vooral om politieke redenen golden als ideale combinatie. Maar vaker was er frictie tussen kerk en keizer, zoals tijdens de roemruchte Investituurstrijd. Met als ijkpunt het Concordaat van Worms, anno 1122. Het lijkt weggezonken in de mist der tijden, net als de Karolingische muziek. Maar dankzij het ontroerende werk van mensen als Bagby en de zijnen komen die klanken vanuit de nevel nu weer tot ons.

Worms

*

www.sequentia.org

*

© 2013 Joost Overhoff