Giglio, vier jaar later

 

Hoe zou het zijn op het Toscaanse eilandje, nu het wrak van het rampschip Costa Concordia eindelijk is verdwenen?

Het is juni 2016. Ruim vier jaar nadat het cruiseschip Costa Concordia verging, vlak voor het haventje van Giglio, naderen we met de veerboot vanaf het vasteland. Eerder was het verbijsterend om het wrak al vanuit de verte te zien liggen, als een enorme gestrande walvis. Zal het dit keer juist gek zijn om niets te zien?
Het antwoord is ‘nee’. Niet omdat het niet gek zou zijn, maar omdat er wel degelijk iets valt te zien. Daar waar eerst het wrak lag liggen nu grote pontons, waaronder een gigantische drijvende bok. Eromheen werkschepen en – scheepjes. Het is duidelijk: de nasleep van de ramp is nog steeds niet voorbij.
Er wordt nog gewerkt om alles weer zoveel mogelijk terug brengen in de oorspronkelijke staat. Alles wat onder water was opgebouwd om de berging van het wrak mogelijk te maken wordt weer weggehaald en de zeebodem wordt zoveel mogelijk ontdaan van alle ongerechtigheden die er in de loop der tijd op zijn terechtgekomen.
Ook aan de wal heeft men in de tussentijd niet stilgezeten. Hotels zijn of worden opgeknapt, stille getuigen van het feit – denk je – dat het drama meer heeft opgeleverd dan alleen ellende. De ramp heeft jarenlang drommen dagjesmensen getrokken en hele legers aan werklui, duikers, pers en hoge pieten. Kassa.
Maar al spoedig blijkt dat de gigliesi er schoon genoeg van hebben telkens te worden gewezen op het feit dat ze aan de ramp hebben verdiend. En eerlijk gezegd hebben ze daarin gelijk: ze hebben niet om die ramp gevraagd, ze hebben eronder geleden en als geluk bij een ongeluk kregen ze er ook iets voor terug. Klaar.
Tot op zekere hoogte is het ramptoerisme trouwens nog niet voorbij. Een gids leidt een groep toeristen rond en wijst ze waar het schip lag en hoe het gebeurde. Maar langzamerhand krijgt het gebeurde zijn plaats in de algemene geschiedenis, als een overmaatse indringer tussen de Saracenen en de piraten van weleer.

Daar.M
‘Dáár lag-ie’


Hoe zit het intussen met het ‘Schettino-gevoel’ van de eilandbewoners? Daarbij refererend aan de kapitein die ten tijde van de ramp het commando over het cruiseschip had. Ruwweg valt zijn schuld volgens de rechtbank in drie delen uiteen: ten aanzien van het veroorzaken van de ramp, het te laat ontruimen van het schip en het in de steek laten daarvan.
Over die laatste twee lijken de gigliesi het eens, maar we ontmoeten ook iemand die niet gelooft dat Schettino helemaal alleen verantwoordelijk kan zijn geweest voor het fatale raken van de rotsen.

Hoe dan ook maakt het standbeeld dat intussen bij de haven een plaats heeft gevonden een ronduit wonderlijke indruk. Titel: ‘De man die de zee redt’. Daardoor staat de bezoeker die denkt ‘Er was hier toch juist een man die de zee in gevaar bracht?’, direct op het verkeerde been.
Het kunstwerk blijkt een initiatief van het Italiaanse bedrijf Neri, dat samen met het Nederlandse Smit Salvage aanvankelijk bij de werkzaamheden aan het wrak betrokken was. Daarbij werd onder meer de olie uit de brandstoftanks verwijderd, zodat Giglio (en de zee) een ramp bij een ramp werd bespaard. Maar later werd de eigenlijke berging van het schip aan een ander consortium gegund.
En nu staat daar dan die grote bronzen man, te kijken naar de plek waar ooit de Concordia lag en nu het materieel van de concurrentie. Alsof-ie zeggen wil: ‘We kregen de berging dan wel niet, maar wij hebben hier toch mooi even de mensheid gered’.

Man.L

Nu was vooral die olie-actie inderdaad heel mooi en goed, maar het beeld maakt toch meer een indruk van ostentatieve borstklopperij. En als deze sculptuur nu de kwaliteit had van een maritieme variant van de David van Michelangelo… Maar ook dat niet.
Al prijkt op de sokkel ook het logo van Smit, het is maar goed dat de gigliesi ervan doordrongen zijn dat het hier gaat om een specifiek Neri-‘cadeau’, want we vinden niemand die er een goed woord voor over heeft.
‘We hadden meer gehad aan een bijdrage voor een kinderspeelplaats, zoiets’, is de teneur.

Ook de cruisemaatschappij Costa Crociere staat er bij de eilandbewoners niet goed op. Men vindt dat Costa meer voor het eiland had mogen doen en ook een diner dat Costa-hotemetoten op Giglio voor henzelf organiseerden, zonder de bewoners, zette kwaad bloed. Aan de ploeg van Smit Salvage, daarentegen, worden nog steeds warme herinneringen bewaard. ‘Het heeft mij verrijkt’, zegt een vrouw zelfs.

Met de herinneringen aan de ramp zelf wordt verschillend omgegaan. Een vrouw die in de bewuste nacht tot instant-apothekeres werd gebombardeerd, zegt er nooit meer aan te denken. Bovendien op een toon van: ‘En begin er ook niet meer over!’
Een man die net met zijn vrouw een wandeling over de pier maakte toen daar opeens de gewonde ‘walvis’ verscheen, kijkt er niet op terug als een boze droom. ‘Was het maar zo’, zegt hij, want wat er daarna gebeurde laat hem niet meer los.
Ook de cruisepassagiers reageerden verschillend. Sommigen wilden het eiland nooit meer zien, anderen hadden voor de verwerking juist een weerzien nodig. Zo kwam een Chileens echtpaar speciaal terug om een Chileense vlag te brengen, uit dankbaarheid, en een stel Fransen meldde zich lange tijd later bij een café. Met bonnetjes in de hand, d.d. 13-01-2012. Om die alsnog te betalen.

Ondertussen gaan de ‘herstelwerkzaamheden’ onverminderd door. Daarover zijn de meningen overigens verdeeld, met name wat betreft de verwijdering van het platform waarop het gedraaide wrak kwam te rusten. Nogal wat mensen menen dat je dat net zo goed, of beter, intact had kunnen laten. Niet alleen omdat voor het verwijderen ervan nieuwe beschadigingen van de zeebodem nodig zijn. Vissen, en daarmee duikers, zijn dol op dat soort onderwaterstructuren. Iemand zegt: ‘Soms maken ze zelfs expres’.
Een ander verzucht: ‘Het zal wel met geld te maken hebben’. Herstellen = werk = geld. En hoe lang dat werk nog gaat duren? De één zegt: ‘Het had al klaar zullen zijn’, een ander: ‘Tot na de winter’.

Ondertussen is een sleepboot druk doende ankers te lichten die de pontons op hun plaats houden, om ze opnieuw uit te brengen. Maar een sleepboot lijkt voor dat werkje niet het juiste vaartuig. Ankers zijn ontworpen om achter dingen te blijven haken en bij het inhalen blijft-ie dan ook steken aan de achterplecht. Maar de kapitein koelt zijn woede op de bemanning: ‘Non rompermi i coglioni!‘, zo schalt het over zijn boot richting de haven.

Snipe.L
‘Hij gaat niet verder, baas!’
‘Breek me de ballen niet!’


Tja, het is mensenwerk. Net als varen. Stoppen moet je doen op het juiste moment, maar de precisie wil daarbij wel eens ontbreken, zo blijkt ook op Giglio zelf.

stop.M

De avond valt. Op het havenhoofd van Giglio worden aan weerskanten de navigatielichten ontstoken. Nee, toch niet, alleen de rode. De groene blijft uit. Die begint steevast een half uurtje later. Ach, wat zou het? Zolang het zicht goed is kan er weinig gebeuren. Toch?

vlag.M

*

P.S.
Detail: van ‘De man die de zee redt’ kan je met goede wil ook maken ‘De mens die de zee redt’. Maar al heeft de bronzen figuur een onduidelijk gezicht, het is duidelijk een man. En dat terwijl de salvage master van Smit tot verbazing van de Italianen een vrouw was. Het beeld zal allegorisch zijn bedoeld, dus dit heeft iets van spijkers op laag water zoeken, maar toch.

*

Meer over de ramp:

Dossier Costa Concordia

*

© Joost Overhoff